Het rijke interieur van de Onze-Lieve-Vrouw Ten Doorn kapel
Eeklo Hoofdartikel

Viering rond 575ste verjaardag: 

Het mysterieuze verhaal van het Mariabeeld O.L.V. Ten Doorn

Op zaterdag en zondag 27 en 28 mei a.s. organiseert College ten Doorn enkele festiviteiten naar aanleiding van de 575ste verjaardag van het Mariabeeldje in de kapel van de school.

Naast een academische zitting op zaterdag en een misviering op zondag wordt er in de pandzaal ook een tentoonstelling opgebouwd waar o.a. ook alle kledij van het Mariabeeldje zal getoond worden. De kapel is zaterdag tot 18u te bezoeken en op zondagmorgen tot 12u. Toegang is gratis en iedereen is welkom.

Mysterieuze geschiedenis

Ook voor het bestuur van de plaatselijke Koninklijke VVV is de herdenking een unieke opportuniteit om dit stukje erfgoed van Eeklo in de picture te zetten. “Het verhaal van het iconische houten Mariabeeldje moeten we blijven vertellen”, aldus voorzitter Johan Van Hyfte.
In 1448 werd het beeldje op wonderbaarlijke manier in een doornstruik dicht bij de Zuidmoerstraat gevonden. Tot driemaal toe probeerde de pastoor het een ereplaats te geven in de parochiekerk van Eeklo, maar telkens opnieuw dook het in de doornstruik op. Daarop werd besloten om het op die plaats in een kapel een plek te geven.

Geheimzinnige charme

Diverse keren is men met het beeldje gevlucht om het in veiligheid te brengen. Zo onder meer in 1578, bij het uitbreken van de baldadigheden door de Calvinisten in Eeklo. Toen is het de kloosterlingen van het Klooster O.L.Vrouw-ten-Doorn gelukt om het beeldje te redden en ermee te vluchten.
In het tijdschrift ‘Ons Meetjesland’ beschrijft Eric Dhavé in 1970 enkele details over het Mariabeeld.
“Het beeldje is slechts 26 cm. hoog. In de loop van de 17e eeuw dacht men eraan om het met weelderige en rijke klederen, naar de mode van de Vlaamse Renaissance, te bekleden. Dat veranderde het uitzicht van het beeldje aanzienlijk. Het beeldje is uit hout gemaakt (palmenhout?) en bedekt met een dikke laag van een bruine kleur. Het lijkt erop dat dit beeldje ooit uit een nis werd gerukt.  Vier nagels, waarrond zich nog een weinig grof lijnwaad bevindt, zijn nog zichtbaar. Oorspronkelijk hield Onze-Lieve-Vrouw haar Kind in een moederlijk gebaar op de twee handen.  Maar om het beeld aan te kleden moest één arm vrijkomen.  Men gaf het beeld dus een «valse» voorarm met een veel te grote hand, waarin een gat werd geboord om de scepter te bevestigen. Het kindje Jezus kreeg ook een nieuwe arm om de koninklijke bol te dragen. De gezichten werden beschilderd met een vervlogen kleur die afschilfert. Het gezicht van de Heilige Maagd is lang, heeft sterke trekken, is zacht, melancholisch met een naïeve pruilmond, vol van een geheimzinnige charme….”

(PDB)