Regis De Decker is een geoefend wielerfanaat en vertrouwd met de langere afstanden in het fietsen. Tochten van 200, 300 en zelfs 400 km zijn hem niet vreemd.
De 1.000 km van Kom op Tegen Kanker wordt ieder jaar in het Hemelvaartweekend verreden gedurende 4 dagen van elk 250 km. Dat was onlangs van 18 mei tot 21 mei. De meeste teams rijden deze uitdaging in groepen van 4 tot 8 personen en zorgen samen voor het startgeld. Maar Regis wou dit alleen doen. Dit betekent dat hij met sponsorgeld 5.500 € moest verzamelen en dan 4 dagen op rij telkens in een groot peloton solo meereed zonder wielermaat. Ondanks zijn jaarlijkse +/- 18.000 km een grote uitdaging.
Wat eind vorig jaar begon als een groot vraagteken is onlangs uitgedraaid op één groot succesvol avontuur. We laten Regis hierna zijn verslag vertellen van een voor iedere deelnemer indrukwekkende gebeurtenis die vier dagen duurde.
Politiebegeleiding
Regis: “Het weer was de grote spelbreker in veel trainingen. Maar eind april na deelname aan een Gran Fondo in Mallorca van 312 km voelde ik dat het goed zat met de conditie. Laat die 1.000 km maar komen! Om te vermijden dat ik tussen Lievegem en Mechelen zou moeten pendelen had ik niet ver van de Grote Markt in Mechelen een hotel geboekt. Dit bleek een gouden zet te zijn. Zo kon ik maximaal recupereren en had ik ‘s avonds niet te veel andere zorgen. Op 18/05 kwam dan eindelijk de start. Barkoud was het begin, 5 graden. Wanneer je deelneemt aan de 1.000 km van KOTK kan je echt leven als een wielerprof. Het eten op de middag staat gewoon voor je klaar. Het enige waar je hoeft aan te denken is fietsen, eten, drinken en slapen. De fietstocht is volledig onder begeleiding van politie en wegkapiteins, je hoeft zelfs niet te stoppen voor een rood licht.”
Brandweersirenes
“De tweede dag was Stabroek aan de beurt als middagstop. Rijden door zo’n erehaag van veel publiek is best wel indrukwekkend. Honderden mensen staan te roepen, te joelen en met fietsbellen te rinkelen. Kippenvel. Gedurende de hele route van 250 km stonden eigenlijk overal groepjes die de passerende pelotons stonden aan te moedigen. Overal tentjes, vlaggen en spandoeken. De brandweer van Wichelen lieten bij onze passage de sirenes van hun twee brandweerwagens afgaan. Ambiance !”
Thuismatch
“Dag 3 was voor mij een thuismatch. Met passages in Merendree en Drongen zou ik gedurende het weekend niet dichter bij huis passeren dan daar. Een aantal fietsvrienden waren ook op post in Waregem op de middagstop. De tussentijdse drankstop in de namiddag lag aan de Blaarmeersen. Een uitgelezen moment om mijn vriendin en dochter na drie dagen een stevige knuffel te kunnen geven. Veel tijd was er niet, want algauw zette het peloton opnieuw koers richting Mechelen.
Nekpijn
“De benen na dag 4 voelden nog steeds ok. De grootste frisheid was er wel al af, ik had ondertussen dan ook al 24 uur op de fiets gezeten. Maar ik had eerder last van nekpijn dan van pijn in de benen. Met De Pinte als middagstad stond er deze keer behoorlijk wat familie in een erehaag mij op te wachten. Onder een hels kabaal, tussen honderden vlaggen arriveerde de groep, met een klein uurtje om op adem te komen. Nog 125 km te gaan. Het einde kwam in zicht.”
Mechelen
“Aankomen in Mechelen als eindpunt is toch wel iets speciaals, na een lange dag in het zadel. Al vanop de ring staan de supporters de pelotons op te wachten en om dan iets verder de Grote Markt op te rijden onder luid applaus en bonkende beats. Spontaan komt er dan ook een smile op je gezicht tevoorschijn. Moe maar voldaan kan je dan na de bekendmaking van het ingezamelde bedrag de fiets eindelijk aan de kant zetten en genieten van een welverdiend biertje. Ik heb 1.000 km afgelegd in vier dagen en heel alleen 5.500 € meegebracht.”
(PDB)