Moppen

– “Zeg eens, Johan, volgt je vrouw nog altijd opera-zangles met een lerares aan huis? Dat moet toch verschrikkelijk duur zijn?” – “Wel, ja, dat hangt ervan af hoe je dat bekijkt. Ik heb de aanpalende percelen grond aan weerszijden van mijn woning kunnen kopen voor de helft van de prijs. Niemand anders wou ze.”

Moppen

Het gezin gaat op reis naar Frankrijk. Vader spreekt maar heel weinig Frans en hij vraagt aan zijn zoon: – “Benny, weet jij wat ‘pourquoi’ betekent? – “’Waarom, pa.” – “… Omdat ik het wil weten, verdorie ! En iedereen stelt mij steeds opnieuw dezelfde vraag. 

Moppen

Alles in verhouding Jef was opgenomen in het ziekenhuis en werd op een streng dieet opgezet. Toen de verpleegster hem een soeplepel pudding, twee soeplepels melk en een half beschuitje had gebracht, vroeg ze:– “Wel, smaakt het?Nog iets nodig?”– “Ja,” antwoordde Jef, “graag een paar verschillende postzegel, liefst vreemde,  zodat ik ook nog een beetje kan […]

Moppen

Een matroos vertelt over de vele verre reizen die hij gemaakt heeft.– “Hoe was het eigenlijk in China?” vraagt een van de toehoorders.– “Bah, vreselijk. Je wordt daar door iedereen scheef bekeken.”

Moppen

– “We zullen geen last meer hebben van die vervelende mol”, zegt Stefanie tegen haar vriendin, “Ik heb hem gevangen, levend nog wel!”– “En wat heb je ermee gedaan?”– “Ik heb een put gemaakt en hem levend begraven!”

Moppen

Gast: “Ik heb al een hele tijd geleden een biefstuk besteld. Waarom duurt dat zo lang?”Ober: “Eh, bij wie hebt u die besteld, meneer? Was dat een ober met grijze haren?”Gast: “Wel, dat is best mogelijk, maar toen hij de bestelling noteerde, was hij nog blond.”

Moppen

Adam vertelt aan God dat hij zich zeer eenzaam voelt.– “Oké,” zegt God, “ik zal je een partner geven, ze zal ontzettend mooi zijn, intelligent, grappig, en ze zal je altijd gehoorzamen en alles doen wat jou gelukkig maakt.”– “Super!” zegt Adam, “en wat moet ik daarvoor geven?”– “Het zal je minstens een arm en een […]

Moppen

Een dronken spookrijder -op het verkeerde baanvak – wordt aangehouden door de politie.– “Zo… en waar rijdt meneer zo snel naartoe?” vraagt een van de politieagenten.– “Eh… ik weet het eigenlijk niet meer”, lalt de man, “maar… ik ben waarschijnlijk al veel te laat… want iedereen keert al terug.”