Het moet ongeveer 40 jaar geleden zijn, de tweede helft van de jaren ’80. Taptoe stond toen al bekend voor soms spectaculaire, maar waargebeurde verhalen uit de streek.
Op een zaterdag kreeg ik telefoon van mijn schoonbroer Erik Matthijs, de latere burgemeester van Eeklo. Eric was op dat moment nog veearts, met een bloeiende privé praktijk voor boerderijdieren. Hij belde mij omwille van een merkwaardige gebeurtenis die hij die dag had meegemaakt en waarover hij zich vragen stelde.
Raadsel
Een klant veekoopman had hem gecontacteerd voor een ziek beest in zijn weide waarvan hij niet kon zeggen wat voor soort dier het was. Een stier, een bizon, een overjaarse ezel, hij wist het niet. Hij had het beest gekocht op de beestenmarkt in Anderlecht van een rondreizend circus dat geen tijd meer had om het beest te laten behandelen.
Veearts Matthijs werd naar een weide begeleid, langs de baan Eeklo-Bentille, ongeveer ter hoogte van tegelbedrijf Pauwels ‘(Lege Moerstraat).
Maar daar ondervond hij de meeste moeite om het schichtige dier te benaderen. Terzelfdertijd vroeg hij zich af wat voor een beest dit wel kon zijn. Hij, met zijn jarenlange ervaring, kon dit niet inschatten. Nooit eerder gezien.
Het dier had de grootte van een opgeschoten ezel, een 1,20 m geschatte hoogte, een dicht behaarde kop, een zeer typische lange (licht bruine) vacht tot op de grond, twee gebogen horens, en maakte eigenaardige geluiden. Soms knorde het als een zwijn, later hinnikte het als een paard… Was het een-of tweehoevig? Tot de eenhoevigen behoren herten en runderen, tot de tweehoevigen eerder ezels en paarden.
Het dier liet zich na geruime tijd eindelijk benaderen. De veearts profiteerde van deze tijdelijke vertrouwenssituatie om snel een antibioticum in te spuiten. Toen bleek ook dat het duidelijk evenhoevig was maar het raadsel bleef niettemin onverkort overeind.
Files
Danig geïnteresseerd over zoveel geheimzinnigheid togen we samen met schoonbroer, een fototoestel en een goede verrekijker naar bewuste weide. Ter plaatse werden we niets wijzer, maar hadden met de foto en de bevindingen van schoonbroer voldoende voor een rijk gestoffeerd artikel de week nadien. Waarmee Taptoe vrij snel duidelijk in de roos had geschoten.
Buurvrouw Anna Pauwels liet ons na enkele dagen weten wat het daar al aan een ‘begankenis’ was geweest.
“Een toevlucht van nieuwsgierigen, gewapend met telelens en andere attributen, zorgen hier al dagenlang voor lange files aan mijn deur. Straks komt er hier nog een frietkraam staan”, lachte Anna om zoveel belangstelling.
Maar intussen bleef het dier ondanks alles niet geïdentificeerd. De oproep van Taptoe ‘of iemand een oplossing voor het raadsel had’ bleef onbeantwoord. Dat het geen paard, rund, ezel of bizon (kortere vacht) was hadden we zelf al in het artikel opgemerkt. Vooral nadat Erik de diergeneeskundige faculteit van UZ Gent had gecontacteerd, waar men er evenmin raad mee wist…
Oplossing
Het raadsel geraakte niettemin opgelost. Een tweetal weken na het eerste artikel en zelfs gevolgd door een ooggetuigenverslag over de plaatselijke belangstelling (wat nog meer files tot gevolg had) kreeg Taptoe een suggestie van een lezer die in het beest een “Jak” (ook wel als “yak” geschreven) herkende.
Een Jak is een dier dat in het ijskoude Tibet (8.000 m hoogte) leeft. De lange vacht is de bescherming tegen de koude aldaar. Bij nader toezicht bleek de Jak-suggestie uiteindelijk na enkele weken de enig correcte oplossing van het raadsel.
Piet De Baets